KUMESA VZW (Kunst voor een Menselijkere Samenleving)
  • NIEUWJAARSBRIEF
  • INFO CORONA
  • WIE ZIJN WIJ?
  • 14 DECEMBER 2019
  • 22 NOVEMBER 2019
  • 15 JUNI 2019
  • 23 MAART 2019
  • 09 FEBRUARI 2019
  • Hommage Etienne Vermeersch
  • KUNSTPROJECTEN
    • Exodus
    • Stad in Beweging
    • Een spannende Stad
  • ARCHIEF 2018
    • 27 NOVEMBER 2018
    • 27 OKTOBER 2018
    • 17 MAART 2018
    • UITHAALTHEATER
  • ARCHIEF 2017
    • SOMANO ITALO-BELGA
    • 1 JULI 2017 - MASTERS
    • MEI 2017 : EXODUS
    • MAART 2017 _ BENEFIETCONCERT
    • FEBRUARI 2017
  • ARCHIEF 2016
    • NOVEMBER 2016
    • OKTOBER 2016 JUBILEUM
    • JUNI 2016
    • MAART 2016
  • ARCHIEF 2011-2015
  • CONTACT

Het licht van de rede.
Afscheid van Etienne Vermeersch (1934-2019)
 
1.
Filosoof en opiniemaker Etienne Vermeersch is recent op 84-jarige leeftijd overleden. Vermeersch was professor wijsbegeerte aan de Universiteit Gent, atheïst, scepticus, maar o.m. als voorzitter van de Gravensteengroep ook een gerespecteerde stem in tal van grote maatschappelijke debatten In Vlaanderen. Bovendien was hij een man met een groot hart voor kunst en cultuur.
 
We willen hier zijn lezing in herinnering brengen ‘Een zoektocht naar waarheid’ die hij voor Kumesa gaf op 22 oktober 2011 in het Hof van Liere te Antwerpen. We hadden hem gevraagd om in zijn lezing te focussen op het thema ‘Kan kunst de wereld redden?’, het leidmotief van Kumesa.
Het werd een bijzondere namiddag, een warme ontmoeting met Etienne Vermeersch waarbij hij ons steeds verraste met originele invalshoeken. Hij declameerde uit het hoofd gedichten van Guido Gezelle, Joost van den Vondel, Hiëronymus van Alphen, Lewis Carroll, Jan Hendrik Leopold en Henriette Roland Holst waarbij hij uitleg gaf waarom het ene gedicht beschouwd wordt als iets banaal en andere gedichten als geniale zinsconstructies. Etienne Vermeersch citeerde fragmenten uit Dante’s Inferno en Paradiso waarbij hij ons verwees op de innerlijke en door Dante gewilde confrontaties van betekenissen in elk vers. Etienne Vermeersch besprak enkele schilderijen van Giorgione en vergeleek ze met het schilderij 'Le déjeuner sur l’herbe' van Edouard Manet. Hij legde uit hoe Bach via redundantie en innovatie tot zijn geniale Mattheuspassie kwam en gaf ons ontroerende uitleg bij de cantates 140, 147 en 170 (in prachtige door hem gekozen uitvoeringen) die we via een CD luid lieten horen. In één woord: het werd voor een goed gevulde zaal een beklijvende namiddag. Naast muziek en kunst kwamen ook fotografie, film en theater aan bod.
2.
In 2007 ging ik Etienne Vermeersch interviewen voor het filosofisch boek ‘Reflecties. Film als filosofie’ (VUBPress). Ik vroeg hem welke film zijn leven de moeite waard maakte en hij antwoordde zonder aarzelen: ‘Het zevende zegel’ van Ingmar Bergman (1957) wegens het opgevoerd schaakspel met de dood. En op mijn vraag ‘wat kunst kunst maakt’ en of er daar criteria voor zijn volgde zonder aarzelen dit antwoord: ‘Mijn thesis is dat de esthetische ervaring, het werk van de kunstenaar, een poging is om een optimum te zoeken tussen aan de ene kant een zekere redundantie, een zekere mate van herkenning, iets hoger dan in de gewone omgang, en aan de andere kant, een zeker verrassingselement. Je kunt dat met het volgend voorbeeld illustreren. Je hebt ‘Jantje zag eens pruimen hangen…’ en er is ook het vers van P.C. Boutens (1870-1943) met precies hetzelfde metrum: ‘Goede Dood wiens zuiver pijpen. Door 't verstilde leven boort’. Het metrum is hetzelfde, is vrij redundant, maar de woorden en de voorstellingen die ze oproepen, zijn compleet anders.’
 
3.
En in deze terugblik op die beklijvende Kumesa-namiddag herinner ik me nog dat als de vraag gesteld werd welke films in aanmerking komen als voorbeeld voor een bredere visie die overeenkomt met zijn filosofisch denken, antwoordde hij overtuigend dat we dan deze films moeten gaan bekijken: Intolerence: Love Struggle Throughout the Ages (D.W. Griffith, 1916). En de films Die Weisse Rose (Michael Verhoeven, 1982) en Sophie Scholl (Marc Rothenmund, 2005). Maar ook La Cadula degli dei (Luchino Visconti, 1969 en Onibaba (Kaneto Shindô, 1964) noemde hij films die maatschappelijk bepalend waren voor hem.
 
4.
Misschien moeten we als Kumesa eens een filmforum in de klassieke stijl organiseren hoe nieuwe media als film de wetenschap drastisch hebben veranderd en bijgedragen hebben aan een menselijker samenleving. En de vraag stellen: hoe dan wel?
Leve de Renaissance! Het beeld duikt op van de mens die een kunstenaar wordt van zijn eigen leven en ik besluit dat ik morgen naar de Brusselse Cinematek ga voor de vertoning van Het zevende zegel van Ingmar Bergman.
Dank, Etienne Vermeersch voor je inspirerende Kumesa-lezing die ook bijna tien jaar later nog betekenis geeft aan de humanisering en zingeving van ons leven. Adieu en ik eindig graag met het slotvers van het gedicht dat je uit je hoofd citeerde van P.C. Boutens: ‘Alle schoon dat de aard kan geven. Blijkt een pad dat tot u voert, En alleen is leven leven. Als het tot de dood ontroert.’
 
Johan Swinnen,
Ondervoorzitter Kumesa
Antwerpen, 14 februari 2019